- Leg 10 minuten voordat je aan het bladerdeeg gaat beginnen de boter in de vriezer.
- Meng in een kom de bloem met het zout. Rasp de boter (of snij in kleine blokjes) en voeg toe aan de bloem. Voeg het water toe en meng met een vork totdat er stukken samenhangend deeg beginnen te ontstaan.
- Stort alles op het aanrecht en kneed dan – zo kort mogelijk – door tot een samenhangend deeg. Je wil nog steeds stukjes boter in het deeg zien zitten, zo weet je dat het deeg niet overwerkt is.
- Bebloem indien nodig het aanrecht en rol het deeg uit tot een langwerpige lap. Vouw de onderkant 2/3 naar boven en de bovenkant naar beneden, als een brief. Draai het deeg een kwartslag en herhaal.
- Wikkel het deeg in huishoudfolie en laat 30 minuten rusten.
- Verwarm de oven voor op 200 graden.
- Kneed voor de vulling het gehakt met 1 ei, de paneermeel, het zout, de nootmuskaat en de worcestersaus.
- Rol het bladerdeeg uit tot een lap van ongeveer 60 cm lang en 20 cm breed. Verdeel het gehakt in het midden van de lengte, maar laat 2cm aan de uiteinden vrij.
- Vouw de uiteindes van het deeg naar binnen en rol het deeg over de vulling heen. Druk de naad stevig aan. Leg met de naadkant naar beneden op een met bakpapier beklede bakplaat en vorm de letter S.
- Bestrijk het deeg met het opgeklopt ei en bak 30 minuten af.
- Serveer de banketletter lauwwarm.
